gelezen

Een verblindende afwezigheid van licht

We zoeken de zon op. In zuidelijke landen of gewoon thuis. Men zegt dat de zomers steeds warmer en zonniger worden. Niet per se beter.

Ik las een boek dat zich afspeelt in woestijn van Marokko, eind vorige eeuw. In dat verhaal was weinig zon te zien. Het is een verhaal van Tahar ben Jalloun. Een aantal gevangenen is in een donker hol opgesloten in de Sahara, voor een niet begane misdaad. Een voor een komen ze om. Er is een persoon die probeert de hoop niet te verliezen en de anderen moed in te spreken met het vertellen van verhalen. Verhalen die hij gelezen heeft, die hij heeft meegemaakt en verhalen die hij uit zijn duim zuigt. Die verhalen zijn het enige dat de gevangenen nog hebben en waarvoor ze in leven blijven. Een fragment:

'Salim, vriend, jij die onze letterkundige bent, die zo'n schitterende fantasie hebt, geef me te drinken. Voor mij is iedere zin een glas zuiver bronwater. [...] Woorden en beelden zijn de enige medicijn voor mijn ziekte. [...] Sinds je uit Duizend-en-een-nacht is het leven hier draaglijker dan voorheen. Ik had nooit gedacht dat ik zó kon genieten van het luisteren naar verhalen...'

Dankzij de verhalen overleven enkele gevangenen.

De verteller legt de lezer uit waarom hij het doet: om zijn menselijkheid niet te verliezen onder die onmenselijke omstandigheden en de meer dan beestachtige manier waarop zij door de overheid, die hun zo lang mogelijk wil laten lijden, behandeld worden. De verteller is er vooral op gericht zijn geest gezond te houden en niet te vervallen tot haat en beestachtig gedrag, zoals zijn bewakers dat laten zien. Zijn doel is om zijn menselijke waardigheid te behouden en zijn medegevangenen daarmee te inspireren.

Ondank het vreselijke verhaal was het toch een boek dat ik van harte kan aanbevelen.

Gedachten op dinsdag 2 september 2025

In 2010 publiceerden NRC en uitgeverij de geus een 'Canon van de Afrikaanse literatuur'.

Ik schreef vorige keer al over een indrukwekkende roman uit deze serie. Inmiddels heb ik alle delen gelezen en ben nog meer onder de indruk gekomen van wat er in dat deel van de wereld is gebeurd, wat er nog steeds aan de hand is. En ook: alles wat we niet weten en waarschijnlijk ook niet willen weten.

Het besef dat we leven in een uitzonderlijke situatie van vrijheid, welvaart, en grote mogelijkheden wordt - denk ik - te veel overschaduwd door de angst er kleine stukjes van kwijt te raken. Ik heb wel eens gedacht dat het klagen dat je veel hoort over onze bedreigde welvaart, de voedselbanken en sociale uitkeringen, kortom ons falende systeem, een bewijs is van verwennerij. We denken vooral in termen van 'recht hebben op' en dat de 'overheid' daarvoor moet zorgen.

Wat het gevolg van die overheidsbemoeienis is laat zich raden en is te zien in andere delen van de Canon. Vooral het laatste boek dat ik las, De Kinderen van Gabalawi, van de Egyptische schrijver en Nobelprijswinnaar Nagieb Mahfoez, laat zien hoe verwoestend het bewind van een centrale macht kan zijn en hoe dat steeds weer op de loer ligt wanneer mensen ontevreden worden.

Elk systeem dat doorschiet in succes roept tegenkrachten op. Bij De Kinderen van Gabalawi, is steeds hebzucht het probleem. Het veroorzaakt sociale uitsluiting, moord, en opstanden. Waar men om strijd is het erfgoed van de stamvader, die nog in een paradijselijk huis met tuinen woont, maar niet zichtbaar is voor de kinderen en kleinkinderen die in behoeftige omstandigheden daaromheen wonen en worden geterroriseerd door opzichters en leiders uit hun midden die er met de buit vandoor gaan. Wat we zien is de structuur van de Maffia: verzet loopt altijd uit op geweld. Achtereenvolgende idealisten proberen vrijheid en rechtvaardigheid terug te brengen. Ze worden beschreven als zachtaardige mannen (vrouwen tellen niet erg mee, als het over macht gaat). Maar het loopt niet altijd goed met ze af. Ze sterven in armoe, moeten vluchten, worden vermoord, hebben ondanks heel veel geweld toch nog even succes ...tot de opvolger het bederft, of corrumpeert uit ijdelheid en de enige uitweg een vlucht is.

Niet erg bemoedigend, deze allegorie die vaak verdacht veel weg heeft van Bijbelse verhalen en misschien ook wel verhalen uit de Koran. In dat geval zou je de drie wijken rondom het Grote Huis kunnen zien als vertegenwoordigers van de drie religies van het Boek. 'Overal worden dezelfde verhalen verteld', zegt één van de personages, 'maar dan net een beetje anders.'